Elk jaar krijgen in Nederland zo’n 15.000 mensen een circulatiestilstand, in de volksmond ook wel een ‘hartstilstand’ genoemd. Dit komt neer op 35 slachtoffers per dag. Het starten van reanimatie binnen 6 minuten kan de overlevingskans van een slachtoffer enorm verhogen. Leer dus reanimeren en draag je steentje bij!
Onze reanimatie-instructeurs zijn erkende instructeurs van de NRR. Het merendeel van de bijdrage voor de cursus gaat naar de onkosten voor de reanimatielessen op middelbare scholen.
Wil jij bij ons een les volgen? Er zijn nog data beschikbaar! Schrijf in via deze link!
Op 7 januari 2012 was Jan van plan om naar Groningen te gaan. Hij is vrijwilliger bij de Martinikerk en Lutherse kerk. In de Lutherse kerk begon op dat moment een evenement waar Jan heen zou gaan. Hij is vanaf huis gewandeld naar de bushalte. Hier is hij in elkaar gezakt. Uiteindelijk bleek dit te worden veroorzaakt door een hartaanval én een hartstilstand. Hij weet hij daar niks meer van. Er kwamen twee jonge dames van een jaar of dertig, die hem zagen liggen. Ze liepen naar hem toe en toen werd er geroepen: ‘Laat hem maar liggen, die is toch dronken! ‘Dat zullen we zelf wel even bekijken!’ zeiden de vrouwen. En maar goed ook.
Ze zagen direct wat er aan de hand was en hebben hartmassage toegepast. Vervolgens stopte er een auto met een stel. ‘Hebben jullie hulp nodig?’ vroeg een man. Hij kon gelukkig reanimeren. Ondertussen kwamen er steeds meer mensen bij. Er kwam een man die vroeg ‘Hebt u hulp nodig?’ Deze man kon ook reanimeren en begon te helpen. Vervolgens kwam er nog een vrouw bij die kon reanimeren.
De politie vond een enveloppe met het adres van Jan zijn aangetrouwde nichtje, want deze moest op de bus voor een verjaardag. Achterop de enveloppe stond de postcode met huisnummer van Jan. Mensen vroegen zich al af: zou hij alleen wonen? Dat had de politie al gecheckt, Jan woonde alleen.
De ambulance kwam en vroeg of ze het nog volhielden. Het ging wel, dus de ambulance kon ondertussen de boel klaar maken. Ze hebben nog gebruik gemaakt van een AED. Hier denkt Jan wel iets van mee te hebben gekregen. Hij werd in de ambulance gelegd en is naar het ziekenhuis gebracht. De politie heeft het nichtje geprobeerd te bereiken. Hierbij vertelt Jan heel veel respect voor de politie te hebben, wat een moeite hebben zij gedaan!
De politie kon een neef van Jan wel bereiken. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg de neef. ‘U kunt het beste met UMCG bellen’, zei de politie. Zij zeiden niks, maar gaven uiteindelijk aan dat hij gedotterd werd. De neef ging naar zijn ouders toe. ‘Oom jan ligt in het ziekenhuis en het is niet goed’.
Jan werd in het ziekenhuis binnengebracht met slechte hartfunctie. In het ziekenhuis hebben ze zijn temperatuur naar beneden gebracht en hem daarna gedotterd. Vervolgens is hij in slaap gebracht op zaterdag. Op woensdag is hij weer wakker gemaakt. Zijn broers kwamen op zondag langs en de arts zei: ‘Vertel Jan maar wat er gebeurd is, misschien neemt hij het wel op.’ Dat hebben ze ook op maandag en dinsdag gedaan. Op dinsdag kwam de zaalarts die zei ‘We gaan Jan morgen wakker maken. We weten niet hoe die eruit komt, maar hij heeft alles mee gehad. Wij hebben gedaan wat we konden.’
Aan de arts werd gevraagd wat het gevolg zou zijn. Er waren een paar opties: niks, operatief of een ICD. Jan was heel erg voor het idee van de ICD, omdat hij alleen woont. Vrijdag kwam de arts met de uitslag van het overleg: Jan kreeg een ICD. Het kon die dag niet meer, maar maandag wel. Het hart was toch behoorlijk sterk. Maandag hebben ze de ICD geplaatst.
Jan heeft ook last gehad van een delier. Hij heeft ruim 2.5 week in het ziekenhuis gelegen. Hij heeft wat onheus gedaan tegen het personeel in het ziekenhuis, maar weet hier niks meer van. Zijn arts zei hierop dat hij hier niet over in moet zitten. De verpleegkundigen en artsen krijgen namelijk een opleiding om met wat moeilijkere patiënten om te gaan.
Jan geeft in zijn verhaal nog aan dat er iets is wat heel belangrijk is geweest.: hij is binnen 5-6 minuten geholpen. Anders was hij niet zoals hij nu is. En dat is te danken aan de mensen die hem gevonden en geholpen hebben.
Op 19 mei 2016, rond half vijf in de vroege ochtend, werd mijn zoon wakker van een vreemd geluid dat ik maakte. Eerst dacht hij dat ik een nachtmerrie had, maar toen hij het licht aanstak, werd al snel duidelijk dat er iets zeer ernstigs aan de hand was. Mijn levenloze uitdrukking en mijn ‘gaspen’ gaven de ernst van de situatie aan. Ik had een hartstilstand.
Er moest onmiddellijk gehandeld worden om mijn leven te redden. Mijn vrouw werd gewekt, en hoewel mijn dochter aanvankelijk slaapdronken was en de ernst van de situatie niet begreep, kwam het besef snel. In paniek stuurde mijn vrouw mijn kinderen naar de benedenverdieping, waar ze 112 belden. Zelf belde mijn vrouw ook met de hulpdiensten en werd gevraagd of ze kon reanimeren. Ze had geen ervaring, maar begon met reanimeren zo goed als ze kon. Bij het tillen van mijn lichaam van het bed naar de vloer brak ze bijna mijn nek omdat mijn hoofd de muur raakte.
Mijn kinderen hoorden mijn vrouw tegen de hulpverlener zeggen dat ze niet kon reanimeren en kregen de heldere ingeving om onze buren te roepen, die gelukkig snel wakker waren en kwamen aanrennen om me te reanimeren. De reanimatie was ruw en intens, maar dat is noodzakelijk voor succes. Terwijl mijn ribben en borstbeen zwaar gekneusd raakten, arriveerden de hulpdiensten en namen ze de reanimatie over.
Ondertussen werden mijn kinderen opgevangen door een jonge politievrouw, terwijl de hulpverleners zich over mij ontfermden. Of en hoe ik het zou overleven was onbekend. Een defibrillator werd aangesloten, en na enkele schokken kreeg ik weer een eigen ritme, zodat ik naar het ziekenhuis kon worden vervoerd. Het was geen gemakkelijke klus om me met een brancard naar beneden te tillen, maar uiteindelijk ging ik met de eerste ambulance mee, terwijl mijn vrouw met de tweede volgde. Mijn kinderen bleven bij de buren, waar ze een ‘care bear’ kregen van de hulpverleners, iets dat normaal gesproken alleen aan kinderen werd gegeven als hun ouder of ouders waren overleden.
De hulpverleners waren ook onder de indruk van de situatie en zetten alles op alles om dit jonge gezin hun vader te laten behouden. Bijna twee dagen van onzekerheid volgden. Ik werd in coma gehouden en zo nu en dan geprobeerd wakker te maken, maar ik was te onrustig. Het was onduidelijk of ik ooit weer wakker zou worden, en als dat gebeurde, hoe ik dan zou zijn.
Het protocol werd strikt gevolgd. Onder andere werd ik gekoeld om hersenschade te minimaliseren. Na anderhalve dag werd ik succesvol wakker gemaakt, maar nog erg in de war. Het zou een week duren voordat ik bij voldoende bewustzijn was. Gedurende deze tijd had ik geheugenproblemen en gedroeg ik me als iemand met gevorderde dementie. Veel dingen moesten herhaald worden en ik verwisselde zelfs een afstandsbediening met een telefoon.
Ik heb ruim een week in het ziekenhuis doorgebracht en maanden gerevalideerd. Dit betrof een multidisciplinaire benadering van zowel fysieke als mentale revalidatie, met informatie over de werking van het hart en de gebruikelijke gevolgen van een hartstilstand, wat ook een omvangrijke hersenaandoening is door het zuurstoftekort en biochemische disbalans.
De revalidatie vond plaats met een diverse groep van mensen met verschillende hartaandoeningen. We sportten, zwommen, wandelden, en deden aan fitness. Veel mensen waren zo ernstig aan toe dat dertig meter lopen een onmogelijke opgave leek. De revalidatie richtte zich naast sterker worden vooral op het terugwinnen van vertrouwen in het eigen lichaam en het herkennen van nieuwe grenzen.
Al met al was het een indrukwekkende ervaring. Ik moet nu leven met een reeks medicaties en een ingebouwde revalidatie. Het was een grote aanpassing voor een jongeman van 43 die midden in het leven stond. Een belangrijke les is dat het leven doorgaat, ook al moet je onderneming het een halfjaar zonder je stellen. Helaas heeft mijn eigen onderneming me uiteindelijk niet meer teruggeaccepteerd. Je leert je vrienden kennen in je donkerste uren.
Een andere belangrijke les is dat het trauma van mijn naasten heel anders is dan dat van mijzelf. Zij hebben me voor dood zien liggen en de reanimatie meegemaakt, met het huis vol hulpdiensten midden in de nacht en het wegrijden van de ambulances, niet wetende of ik ooit weer thuis zou komen. De onzekerheid over mijn ontwaken was enorm. Het trauma van mijn familie is veel groter dan dat van mijzelf; hun PTSS heeft veel meer aandacht en zorg nodig.
Ik herinner me niets van de gebeurtenissen en heb achteraf geen depressie of angst doorgemaakt. Wel heb ik nu een ICD, een ingebouwde defibrillator, die me in leven houdt bij een nieuwe hartstilstand. Het bleek dat ik een progressieve aangeboren hartspieraandoening heb, een DNA-afwijking die mijn hartspier stugger en groter maakt. Zonder medicatie zou ik mogelijk nog enkele jaren overleven, maar zonder de ICD zou ik alsnog overlijden aan een hartstilstand. Mijn tante is aan hetzelfde overleden, terwijl mijn nicht het heeft overleefd, maar met meer schade. Mijn nichten worden preventief behandeld, en mijn kinderen hebben beide 50% kans om hetzelfde DNA-defect te hebben en worden regelmatig gecontroleerd.
Ik heb het goed overleefd dankzij het snelle en adequate handelen van mijn naasten, de goede reanimatie door mijn buren, de hulpdiensten, en de medici. De revalidatie vond plaats met een geweldig multidisciplinair team. Medicatie en de ICD houden me nu zo gezond mogelijk, en tot nu toe heeft de ICD nog niet hoeven ingrijpen.
Hartstilstanden komen vaak voor in het nieuws en het dagelijks leven. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik herinnerd word aan mijn aandoening en wat er nu acht en een half jaar geleden is gebeurd. Mijn grenzen zijn stevig verschoven. Een griepje kan me extra hard raken, en ik moet rusten en slapen om de dag voort te zetten. Het is duidelijk dat ik te maken heb met niet-aangeboren hersenschade, maar dat is een kleine prijs om te betalen. Gereanimeerd ben je voor het leven.
Tijdens de cursus wordt geoefend op oefenpoppen. Wij leren jou:
Tijdens onze reanimatiecursus besteden we extra aandacht aan de communicatie tijdens een reanimatie, moderne hulpmiddelen en andere zaken waar je als hulpverlener van tevoren rekening mee moet houden. Bovendien proberen wij de cursus met filmpjes en ander aanvullend beeldmateriaal extra levendig te maken. Hierbij houden we ten allen tijde rekening met eventuele cursisten die eerder een reanimatie hebben meegemaakt. Na afloop van de cursus ontvang je een certificaat en kun je je aanmelden bij HartslagNu als burgerhulpverlener.
Details cursus
Dat is ook mogelijk! Bekijk hiervoor onze pagina voor scholen.